De Drilschuur was vanouds een exercitieplaats voor de Schutterij, tot de opheffing in 1906 een officieel onderdeel van de strijdkrachten. Met ingang van 1 oktober 1907 werden de dienstdoende schutterijen gelijk gesteld met de rustende, wat neerkwam op een opheffing.
In Schiedam redde men de fanfare van de schutterij door er een stedelijk muziekkorps van te maken met gemeentesubsidie. Zo konden de gebruikelijke zondagsconcerten in de Plantage doorgang blijven vinden.
Tijdens de bezetting werd het gebouw verkocht en sindsdien was het bedrijfsruimte, eerst voor Bols en de Koning, later voor Dirkzwager tot de ondergang van dit bedrijf.
De grote schuifdeur geeft toegang tot een ruime loods met veel lichtinval door het dak en aan de oostzijde een open verdieping. Onder deze verdieping zijn enkele afsluitbare ruimtes gecreëerd en zijn nog enkele bassins te vinden.
Voorheen werden in de Drilschuur allerlei soorten gedistilleerd vervaardigd, zoals jonge jenever en diverse wodka´s en dat op grote schaal (5000 tot 200.000 liter of meer). Vanuit deze loods kwam ook de graan- en melasse alcohol binnen die veilig ondergronds in het achterliggende, bunkerachtig pand, werd opgeslagen.
Later deed de loods dienst als oefenlocatie voor de fanfare. Momenteel huisvest de Drilschuur een aantal foodtruck bouwers en word de ruimte gebruikt voor concerten en andere incidentele activiteiten.